Merries die worden aangeboden voor vruchtbaarheidsbegeleiding worden rectaal opgevoeld en gescand. Hierbij wordt het optimale tijdstip van inseminatie bepaald. Een merrie is tijdens het dekseizoen in de zomer ongeveer om de 3 weken hengstig, en heeft aan het einde van de hengstigheid een eisprong.
Wanneer de eisprong nadert, wordt de baarmoeder slapper. De follikel met daarin de eicel wordt groter en zachter. Met behulp van echografie kan de grootte van de follikel worden gemeten. Ook kan in de baarmoeder een soort karrewiel-structuur worden waargenomen, deze ontstaat doordat plooien in de baarmoeder opzwellen. Op basis van deze veranderingen wordt het optimale tijdstip van inseminatie vastgesteld.
Met de scanner kunnen ook afwijkingen worden vastgesteld, zoals ontstekingsvocht in de baarmoeder, of het ovuleren van twee follikels (kans op tweelingdracht). |